Paragrafen

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en Risicomanagement

Open eindregelingen

3D (Jeugd, Wmo en Participatie)  
Voor het uitvoeren van de regelingen Wmo, Jeugd en Participatie zijn de volgende risico’s onderkend:

  • Het open einde-karakter van de regelingen. Vanwege de complexiteit en de beperkte beïnvloedbaarheid (resultaat en effect) zijn de uitgaven en inkomsten moeilijk voorspelbaar.
  • Onduidelijkheid over het verloop en de omvang van de rijksbijdragen voor Wmo, Jeugdwet (zie gevolgen Hervormingsagenda Jeugd), Participatie en de Wet Inburgering. Voor de Participatiewet stelt het rijk jaarlijks het landelijke macrobudget bij op het bijstandsvolume in Nederland. Gelijktijdig wordt in het Gemeentefonds het budget ten bate van de uitvoering en re-integratie bijgesteld. Het is lastig in te schatten of deze bijstelling in 2026 voldoende gaat zijn om de stijgende uitgaven in het kader van de Participatiewet te dekken. De onzekerheid in de wereld draagt bij aan economische onzekerheid. Dat zou een negatief effect kunnen hebben op de kansen op de arbeidsmarkt van de (steeds kwetsbaarder) doelgroep vanuit de P-wet. De rijksbijdrage die wij ontvangen voor de Wet Inburgering sluit mogelijk niet aan bij de werkelijke instroom van asielmigranten. Het Rijk heeft geen harde toezegging gedaan de uitvoeringskosten aan te passen aan de realiteit. Ook is ongewis hoeveel statushouders zich werkelijk zullen vestigen in onze gemeente.
  • In 2024 heeft het demissionair kabinet besloten dat een deel van de Wmo in de toekomst niet langer gefinancierd wordt via de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dit deel wordt apart gefinancierd. Wat dit betekent voor de hoogte van de financiering is onduidelijk.
  • Het kabinet heeft een wetsvoorstel gedaan om per 1 januari 2027 het abonnementstarief voor de Wmo te vervangen door een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Dit wetsvoorstel is nog niet aangenomen maar gaat op korte termijn naar de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is bedoeld om de beschikbaarheid van de Wmo te borgen voor hen die dit het hardst nodig hebben. Mogelijk heeft dit wetsvoorstel invloed op de instroom en kosten van de Wmo.
  • De vergrijzing en maatschappelijk trend van langer thuis wonen zorgt voor een toenemende druk op de Wmo voorzieningen.
  • Op Jeugd vormt met name de individuele, specialistische zorg met verblijf een risico. Hoewel het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van individuele specialistische zorg met verblijf zeer laag is, blijft deze doelgroep een risico vanwege de hoge kosten die verbonden zijn aan dit type zorg. Daar tegenover staat dat voor deze zorgvormen (boven)regionaal meerdere initiatieven lopen die moeten leiden tot meer passende plaatsingen, duurzaam herstel en - op termijn - zo dicht mogelijk bij nul uithuisplaatsingen.
  • Tot nu toe ontvangt onze gemeente financiële middelen van centrumgemeente Nijmegen voor Beschermd Wonen. Per 1 januari 2026 zou er een nieuw verdeelmodel worden ingevoerd, waarbij wij deze middelen zelf zouden ontvangen. Het blijkt echter niet haalbaar om dit per die datum uit te voeren, omdat de invoering door de Rijksoverheid (al meerdere jaren) is uitgesteld.  Het is momenteel onduidelijk wanneer het nieuwe verdeelmodel wel zal ingaan. In de tussentijd betekent  dit dat Nijmegen in 2026 de middelen zal blijven ontvangen en verdelen over de regiogemeenten, op basis van het aantal inwoners. Er bestaat een risico dat de gemeente Nijmegen niet alle benodigde middelen aan ons doorgeeft, dan wel dat er minder middelen overblijven vanwege de stijgende kosten voor Maatschappelijk Opvang. Inhoudelijk blijven wij , lokaal en subregionaal, verantwoordelijk.

De uitgaven en het beschikbare budget worden via de vaste P&C-cyclus nauwgezet gevolgd. Waar noodzakelijk worden zij bijgesteld met voorgestelde maatregelen. Omdat er een mate van onvoorspelbaarheid zit in de uitgaven in inkomsten voor het Sociaal domein is het risicoprofiel gesteld op € 0,75 miljoen.

Gevolgen Hervormingsagenda Jeugd
In juni 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld. In de Hervormingsagenda zijn zowel inhoudelijke als financiële maatregelen opgenomen om de Jeugdwet uitvoerbaar en betaalbaar te houden. Er blijven onzekerheden bestaan rond de haalbaarheid van deze maatregelen. Ook geldt dat diverse besparende maatregelen die het Rijk in de Hervormingsagenda heeft benoemd, al op lokaal niveau in Neder-Betuwe worden uitgevoerd. Denk hierbij aan de inzet op normaliseren, POH-jeugd, een goede samenwerking met het onderwijs en kwaliteitseisen rondom (regionaal) gecontracteerde jeugdhulp. Dit maakt het ingewikkeld om precies te duiden welke besparingen gerealiseerd worden als gevolg van lokale en regionale interventies, en welke vanuit rijksmaatregelen. Tot slot constateren we dat (voornamelijk grote) jeugdzorgaanbieders steeds vaker kampen met financiële moeilijkheden. Personeelskosten blijven stijgen en het aantal jeugdhulpaanbieders dat verlies lijdt neemt toe. De maatregelen uit de Hervormingsagenda zouden op den duur moeten bijdragen aan het kostenefficiënter inrichten van de jeugdzorg en het verminderen van de financiële problematiek, maar lossen deze problemen op korte termijn niet op. Hiermee ontstaat een financieel risico voor de gemeente waar het gaat om het borgen van de beschikbaarheid en continuïteit van passende zorg voor enerzijds bestaande cliënten en anderzijds mogelijke toekomstige cliënten.

Deze pagina is gebouwd op 10/03/2025 11:13:17 met de export van 10/03/2025 11:10:20