Ambities
3.1 Wonen voor iedereen
3.1 Wonen voor iedereen |
---|
Wat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
3.1.1 | 3.1.1.1 | continu |
3.1.1.2 | continu | |
3.1.1.3 | continu | |
3.1.1.6 | 2024-2027 | |
3.1.2 | 3.1.2.1 | 2025 e.v. |
3.1.2.3 | continu | |
3.1.2.4 | continu | |
3.1.3 | 3.1.3.1 | continu |
3.1.3.3 | continu | |
3.1.3.4 | continu | |
3.1.4 | 3.1.4.1 | 2023-2026 |
3.1.4.2 | 2024 e.v. | |
3.1.4.3 | continu | |
3.1.5 | 3.1.5.1 | 2024-2027 |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
3.1.1 Betaalbaar wonen voor iedereen
3.1.1.1 We gaan kleinere en goedkopere woningen bouwen.
De gemeente bouwt zelf geen woningen. Om deze doelstelling te realiseren, toetsen we elke nieuwe ontwikkeling aan ons Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM)-plan Doelgroepen dat in 2025 is vastgesteld. In dit plan is onze beleidsdoelstelling verankerd. Het landelijk beleid om twee-derde betaalbare woningen te bouwen is hierin ook vastgelegd.
3.1.1.2 We monitoren de lokale woningmarkt.
De gemeente streeft ernaar begin 2026 een woonmonitor te publiceren. Deze monitor werken we uit binnen het volkshuisvestingsprogramma en actualiseren we daarin periodiek. Daarbij nemen we zowel de omvang van de woningvoorraad (kwantitatief) als het soort woning (kwalitatief) mee.
3.1.1.3 We borgen 30% sociale huurwoningen bij elk nieuwbouwproject en meer (10%) betaalbare koopwoningen.
Dit is geborgd in het TAM-plan Doelgroepen. Inmiddels gaat het landelijk beleid verder en is twee-derde betaalbare woningen in elk plan verplicht. Ons TAM-Plan voldoet aan deze nieuwe regels en vanaf 2026 toetsen we alle plannen hieraan.
3.1.1.6 We maken meerjarenafspraken met woningcorporatie Thius voor de periode 2024-2027.
De prestatieafspraken lopen tot 2027. Voor 2026 maken we een nieuwe jaarschijf met doelen en we evalueren de resultaten van de jaarschijf 2025.
3.1.2 Beschikbare woningen voor iedereen
3.1.2.1 We zoeken naar mogelijkheden voor het verbeteren van de doorstroming op de woningmarkt.
Bij nieuwe initiatieven sturen we op het bouwen van starters- en seniorenwoningen. We onderzoeken in 2026 de mogelijkheden voor woningsplitsing en stellen hier kaders voor op.
3.1.2.2 We doen onderzoek naar mogelijke oplossingen voor woonruimte van spoedzoekers.
Voor spoedzoekers is er de urgentieregeling via de woningcorporatie. Uit onderzoek blijkt dat deze regeling afdoende is. In 2026 zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Voor spoedzoekers die niet onder deze regeling vallen zoeken we altijd naar een maatwerkoplossing. Dit betreft een zeer gering aantal.
3.1.2.3 We willen meer levensloopgeschikte of zorgwoningen bouwen.
De Wet regie Volkshuisvesting is er naar verwachting in 2026. Deze verplicht het opstellen van een woningbouwprogramma. Hierin gaan we ook aantallen opnemen voor levensloopgeschikte en zorgwoningen. Daarnaast vindt eind 2025 vaststelling van de Woonzorgvisie plaats. Daarmee krijgen we niet alleen inzicht in de benodigde aantallen woningen, maar ook in de bijbehorende zorg en de locaties waar deze het beste geleverd kan worden.
3.1.2.4 We streven naar 50% toewijzing van woningen voor lokale behoefte.
Deze doelstelling is vastgelegd in de prestatieafspraken met Thius.We hebben hierover periodiek contact met de woningcorporatie. De 50% toewijzing heeft betrekking op sociale huurwoningen. Op dit moment halen we de 50% ruim en is er geen reden om extra maatregelen te nemen.
3.1.3 Vindbare woningen voor iedereen
3.1.3.1 We monitoren het aanbod in de vrije sector.
De gemeente streeft ernaar begin 2026 een woonmonitor te publiceren. Deze monitor werken we uit binnen het volkshuisvestingsprogramma en actualiseren we daarin periodiek.
3.1.3.2 We onderzoeken hoe we eerder kunnen informeren over een sociale huurwoning en de wachtlijst.
Op onze website is hierover alle informatie te vinden en er staan directe links naar de websites van de betrokken organisaties. Het systeem van de wachtlijst bestaat al zo lang dat dit bij de inwoners goed bekend is. Er is in 2026 geen verdere actie vereist.
3.1.3.3 We gaan voorlichting geven aan senioren over levensloopbestendig wonen.
In 2026 beoordelen we samen met de woningcorporatie of aanvullende voorlichting nodig is en of senioren voldoende geïnformeerd zijn. Dit nemen we op in de jaarschijf 2026 bij de meerjarenprestatieafspraken met Thius. Bij nieuwe projecten informeren we uiteraard actief over het aantal te realiseren levensloopgeschikte woningen.
3.1.3.4 We communiceren actief over woningbouw aan inwoners.
We communiceren hierover via de openbare bekendmakingen (kanalen) en in de lokale media. Participatie door de omgeving is een vast onderdeel van elk woningbouwproject; we leggen dit per project vast in overeenkomsten met de ontwikkelaars.
3.1.4 Voldoende aanbod wonen dichtbij werk voor arbeidsmigranten
3.1.4.1 We realiseren voldoende nieuwe verblijfplaatsen voor arbeidsmigranten.
Binnen gemeente Neder-Betuwe is er een tekort aan verblijfplaatsen voor arbeidsmigranten. Dit kan leiden tot onwenselijke situaties, waaronder illegale verkamering en arbeidsmigranten zonder (goede) huisvesting. Als wij de arbeidsmigranten willen huisvesten die nu in onze gemeente werken, dan hebben wij dus meer verblijfplaatsen nodig. De gemeente realiseert zelf geen verblijfplaatsen, maar is hiervoor afhankelijk van externe partijen. In 2025 is één locatie met een capaciteit voor 80 arbeidsmigranten in aanbouw genomen. Voor een andere locatie is door de intaketafel groen licht gegeven en twee andere initiatieven zijn in behandeling bij de intaketafel. Als de initiatieven worden gerealiseerd, is het eerder benoemde tekort aan verblijfplaatsen opgelost. De gemeente probeert tot goede afspraken te komen met deze partijen. Zodra er een 'go' is gegeven, dan heeft de gemeente een faciliterende rol bij de realisatie.
3.1.4.2 We voeren een inventarisatie uit naar het aantal arbeidsmigranten bij agrariërs (short stay).
De gemeente wil lokale agrariërs waar mogelijk ondersteunen bij het huisvesten van arbeidsmigranten op eigen terrein, zowel voor short stay als voor langer verblijf (bijvoorbeeld bij laanboombedrijven). Voor kort verblijf gelden afzonderlijke beleidsregels en normen. In 2025 is geïnventariseerd hoeveel short stay arbeidsmigranten in Neder-Betuwe werkzaam zijn. In de agrarische sector (fruitteelt en laanboomteelt) gaat het volgens opgave van Tree Center Opheusden (TCO) en de Nederlandse Fruitteelt Organisatie (NFO) om in totaal 200 arbeidsmigranten. Volgens de in Neder-Betuwe actieve uitzendbureaus gaat het verder om een beperkt aantal short stay arbeidsmigranten in andere sectoren. In 2026 onderzoeken we samen met de NFO en TCO de mogelijkheid naar de ontwikkeling van een gecombineerde huisvestingsoplossing. Hiervoor stellen we voorwaarden op, wat mogelijk aanleiding geeft tot een beleidsaanpassing.
3.1.4.3 We geven uitvoering aan het regionaal convenant arbeidsmigranten.
Binnen Regio Rivierenland werken we samen met de gemeenten om de ondersteuning van internationale werknemers en ondernemers goed te organiseren. Regio Rivierenland heeft besloten hierin geen coördinerende rol meer te vervullen. Deze taak is overgenomen door het bestaande Aanjaagteam Huisvesting Arbeidsmigranten. De samenwerking en gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Dit convenant evalueren we periodiek en passen dit waar nodig aan, onder meer op basis van nieuwe landelijke wet- en regelgeving. Daarbij kijken we ook of we aansluiten bij een regionaal digitaal nachtregister voor arbeidsmigranten. Daarnaast werken we, samen met de Arbeidsinspectie, aan een nieuw regionaal informatie- en communicatiesysteem voor arbeidsmigranten; dit in het kader van het landelijke WIN-project (Work in NL).
3.1.5 Rekening houden met specifieke behoeften woonwagenbewoners
3.1.5.1 We realiseren dertien nieuwe standplaatsen voor woonwagenbewoners.
Een aantal locaties is op het oog waar ruimtelijk onderzoek plaatsvindt. Deze locatie zijn openbaar gemaakt. De omwonenden nemen we mee in de plannen. In 2026 ronden we de ruimtelijke onderzoeken af.
Ontwikkelingen voor 2026
Wet versterking regie volkshuisvesting verwacht
Begin 2026 treedt naar verwachting de Wet versterking regie volkshuisvesting in werking. Deze wet geeft gemeenten meer mogelijkheden om te sturen op woningbouw: hoeveel woningen er komen, waar die worden gebouwd en voor welke doelgroepen.
Als gemeente moeten we deze nieuwe instrumenten vastleggen in een Huisvestingsverordening en mogelijk ook in een vergunningsysteem. Als eerste gaan we de urgentieregeling vastleggen in de Huisvestingsverordening. Daarnaast zijn we verplicht een Volkshuisvestingsprogramma op te stellen. Met dit programma starten we in 2026.
Woondeal 2022-2030
In de woondeal is opgenomen dat we de plancapaciteit voor de periode na 2030 in beeld gaan brengen. Dit gaan we in 2026 uitwerken.
3.2 Onze openbare ruimte is heel, schoon en veilig en bereikbaar voor iedereen
3.2 Onze openbare ruimte is heel, schoon en veilig en bereikbaar voor iedereen |
---|
Wat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
3.2.1 | 3.2.1.1 | continu |
3.2.1.2 | 2025-2027 | |
3.2.1.3 | 2024 e.v. | |
3.2.1.4 | 2023 e.v. | |
3.2.1.5 | 2025 e.v. | |
3.2.2 | 3.2.2.1 | 2023 e.v. |
3.2.2.2 | 2023 e.v. | |
3.2.3 | 3.2.3.1 | continu |
3.2.3.2 | 2025 en 2026 | |
3.2.3.3 | 2024 e.v | |
3.2.3.4 | continu | |
3.2.3.5 | continu | |
3.2.3.8 | 2025 e.v | |
3.2.3.9 | continu | |
3.2.3.10 | 2025 e.v. | |
3.2.3.11 | 2025-2026 | |
3.2.3.12 | 2025-2026 | |
3.2.4 | 3.2.4.1 We voeren het Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen uit. (Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in Programma 6.) | 2026-2030 |
3.2.5 | 3.2.5.1 | 2025 e.v. |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
3.2.1 Veilig en goed onderhouden wegennet
3.2.1.1 We continueren de uitvoering van het Neder-Betuws Verkeer- en Vervoerplan. zie mijn
Projecten vanuit het Neder-Betuwe verkeerplan die al opgepakt zijn qua voorbereiding zullen verder uitgevoerd worden. Daarnaast willen we in 2026 een nieuw mobiliteitsplan vaststellen, omdat het huidige plan inmiddels gedateerd is. Het nieuwe plan zal risico- en datagestuurd zijn. Hieruit volgt ook een nieuwe programmering. Uiteraard zal de raad bij de totstandkoming van het mobiliteitsplan en de programmering vanuit haar rol betrokken worden. Verder gaan wij door met het pro-actief laadpalen plaatsen. Tot slot worden actuele knelpunten naar aanleiding van meldingen opgelost en vinden reguliere campagnes plaats.
3.2.1.2 We werken verder aan het opstellen van een definitief ontwerp voor de randweg Opheusden.
Het bestemmingsplan Randweg Opheusden is onherroepelijk geworden. In 2026 werken we verder aan het Definitief Ontwerp en de opdrachten uit het grondverwervingsdossier.
3.2.1.3 We volgen de ontwikkelingen rond de verbreding van de Rijnbrug
Het is de ambitie van provincie Gelderland en Utrecht om nog in deze statenperiode de uitvoering van de verbreding te starten. Via reguliere overleggen en contacten zullen we de voortgang hiervan monitoren en waar nodig adequaat faciliteren (bijv. aanleveren van gevraagde input voor procedures e.d.). Als trekker van het project verwacht provincie Utrecht begin 2026, op basis van onderzoeksresultaten, een geactualiseerde planning en vervolgstappen te kunnen presenteren.
3.2.1.4 We onderzoeken een betere ontsluiting van Ochten-Oost en -Noord.
In 2026 zal de vergevorderde gebiedsvisie worden afgerond. De besluitvorming voor de vaststelling van de gebiedsvisie en de keuze voor een tracé van de randweg zal worden voorbereid. Daarna kan worden gestart met het opstellen van een omgevingsplan om de ontwikkelingen uit de gebiedsvisie mogelijk te maken.
3.2.1.5 We onderzoeken een goede verbinding voor langzaam verkeer tussen Casterhoven en andere delen van het dorp Kesteren
ProRail heeft in opdracht van de gemeente de verbreding van de spoorwegovergang aan de Hoofdstraat onderzocht. In 2026 komt er meer helderheid over de kosten en de planning.
3.2.2 Goede bereikbaarheid openbaar vervoer
3.2.2.1 We lobbyen voor korte reistijden naar de centrumgemeenten.
De nieuwe concessie van Arriva voorziet in een betere ontsluiting van Medel met het OV. In dat kader onderzoeken we ook de mogelijkheid om de busroute van lijn 45 te verleggen over De Diepert. Dit betekent wel dat de halte aan de Stationsweg in Echteld verplaatst moet worden, niet ten westen, maar ten oosten van de Voorstraat.
Met de betrokken partijen langs de spoorlijn Tiel-Arnhem (waaronder gemeenten, regio’s) doen we verder onderzoek naar deze spoorlijn voor een betere OV-bereikbaarheid binnen de regio.
3.2.2.2 We zetten ons in voor het behoud van goede en duurzame veerverbindingen.
We hebben twee keer per jaar een overleg met de gemeente Wageningen en de veerexploitant over een gezonde(re) financiële exploitatie van het veer Opheusden - Wageningen. We ondersteunen het veer financieel en vragen ook subsidie aan bij de provincie. De provinciale ondersteuning is alleen voor veren met een tekort boven € 50.000. Dit is voor het veer Opheusden – Wageningen het geval.
3.2.3 Effectieve en efficiënte inrichting en beheer openbare ruimte
3.2.3.1 We gaan uitvoering geven aan het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).
Het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) is doorontwikkeld in een Meerjarig Investeringsprogramma (MJIP). In Paragraaf 3 Onderhoud Kapitaalgoederen van deze Programmabegroting gaan we uitgebreid in op het IBOR en de verschillende onderdelen daarvan.
3.2.3.2 Bij nieuwbouwlocaties houden we voldoende rekening met aaneengesloten speelplekken.
In 2026 gaan we speelplekken aanleggen op twee locaties:
- Casterhoven (Fase 7): na de overdracht van de projectontwikkelaar aan de gemeente leggen we hier de speelplekken aan. Er komt een integraal aanbod van speel- en beweegmogelijkheden, afgestemd met De Pantarijn, de naastgelegen school.
- IJzendoorn: in de nieuwbouw nabij de Van Riemsdijkstraat wordt een nieuwe speelplek ingericht.
3.2.3.3 We continueren de communicatiecampagne om zwerfafval tegen te gaan.
Communicatie rond zwerfafval is een doorlopend proces. Wij zetten de eerder gestarte campagnes in 2026 voort.
3.2.3.4 We onderzoeken hoe we op een respectvolle manier voldoende ruimte kunnen houden op de gemeentelijke begraafplaatsen.
De beschikbare capaciteit wordt continu gemonitord conform beheerplan. In 2026 wordt het Beleids- en beheerplan met bijhorende beheersverordening en nadere regels geactualiseerd.
3.2.3.5 We onderzoeken hoe we de kwaliteit van het openbaar groen kunnen verbeteren.
In 2026 continueren we de samenwerking met het Tree Center Opheusden om het snoeiplan van gemeentelijke bomen te optimaliseren. We gaan verder met de plantvakrenovaties om beheerkosten te drukken. Hiervoor wordt onderhoudsvriendelijke beplanting gekozen. (Zie ook 3.2.3.8). We zien wel dat we er rekening mee moeten houden dat prijzen van uitbesteding van o.a. maaiwerk landelijk fors stijgen. Werkzaamheden moeten anders (en daardoor duurder) worden uitgevoerd door wijzigingen in de wetgeving.
3.2.3.8 We halen de beeldbepalende beheertaken weg bij AVRI-IBOR en gaan deze onder eigen regie uitvoeren.
In januari 2026 ronden we de overgang van de beeldbepalende taken vanuit Avri naar de gemeente af. Dit betreft de overdracht van personeel, materieel en de bijbehorende beheertaken. Daarnaast starten in 2026 de aannemers die in 2025 via een Europese aanbesteding zijn geselecteerd met de uitvoering van een groot deel van het groenbeheer. De begeleiding van zowel deze nieuwe aannemers als het voormalige Avri- en Werkzaakpersoneel vraagt in 2026 extra inzet van de gemeente. Het meldsysteem voor groenbeheer blijft in eerste instantie nog bij Avri. In de loop van 2026 zal, in samenspraak met Avri, de optie worden uitgewerkt om de meldingen openbare ruimte geheel in eigen beheer uit te voeren. Avri blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van afvalinzameling en riolering.
3.2.3.9 We geven uitvoering aan het Speelruimteplan 2024-2027 (5 speelplekken herinrichten).
Bij de herinrichting van de 5 bestaande speelplekken houden we rekening met impulsen voor groen, bewegen en inclusiviteit. En bij de voorbereiding kijken we naar wensen vanuit andere beleidsvelden voor een slimme samenwerking.
3.2.3.10 We starten in 2025 met de revitalisering van de Nassaulaan, De Leede en Dichterswijk in Kesteren.
De nutsbedrijven (gas, elektra, water, telecommunicatie) zijn gestart met de werkzaamheden aan de Dichterswijk en Romeinsebuurt. Ook is het bestek, samen met de bijbehorende tekeningen opgesteld. De uitvoering van het project begint in april 2025 en wordt in twee fasen opgesplitst. De werkzaamheden gaan het eerst van start in de Romeinsebuurt. In 2026 zullen de werkzaamheden nutsbedrijven aan De Nassaulaan en De Leede van start gaan en daarna vervolgens de civiele werkzaamheden beginnen.
3.2.3.11 We gaan de brug Betuwesingel Echteld vervangen.
In samenwerking met de belangenvereniging Lingemeer zal in 2025 het ontwerp en de werkvoorbereiding plaatsvinden. De uitvoering van de werkzaamheden staat gepland voor 2026.
3.2.3.12 We gaan een voetgangersbrug met aansluitende paden, aanleggen (ommetje Casterhoven).
We gaan een ommetje realiseren, waarin een wandelbrug is opgenomen in de wijk Casterhoven. De wandelroute en wandelbrug zijn niet bedoeld voor fietsers, auto’s enz. De brug wordt aangelegd over de A-watergang aan de noordzijde in Casterhoven. Aansluitend komt er een wandel-/struinpad richting de Hoofdstraat. De voorbereidingen staan gepland voor de het najaar van 2025 (burgerparticipatieproject). De realisatie zal in het voorjaar of de zomer van 2026 gaan plaatsvinden.
3.2.4 Sober en doelmatig beheer gemeentelijke gebouwen
3.2.4.1 We gaan de ambitie aan om het nieuw vast te stellen Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen 2026-2030 ten uitvoer te brengen.
(Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in Programma 6.)
Vanaf 2026 voeren we het nieuwe beheerplan (2026–2030) uit. Dit is gebaseerd op onafhankelijke NEN 2767-inspecties die de staat van gemeentelijke gebouwen, installaties en terreinen in beeld brengen. We verrichten dagelijks klein preventief onderhoud en lossen klachten en storingen op. Groter, planmatig onderhoud vindt meerjarig plaats aan onder andere welzijns-, sport- en gemeentelijke gebouwen, cultureel erfgoed (zoals kerktorens en monumenten), gedenktekens, de noodopvanglocatie in IJzendoorn en tijdelijke onderwijshuisvesting in Kesteren. We zetten daarnaast stevig in op de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed. Het onderhoudsniveau wordt afgestemd op functie, gebruik en toekomstverwachtingen van de gebouwen. Doel is veilige, duurzame en kwalitatieve huisvesting voor uiteenlopende huurders en gebruikers.
3.2.5 De groene uitstraling van de gemeente verhogen
3.2.5.1 Om het aanzien rond de toegangswegen en dorpscentra te verhogen gaan wij gefaseerd het onderhoudsniveau van groen en verharding naar A niveau brengen/verhogen.
In 2025 is de planvorming (een visie/beeld op de toegangswegen) opgestart en aan het college gepresenteerd. Een afbakening en scope van de toegangswegen en dorpspleinen is hierbij gemaakt voorzien van een mijlpalenplanning. De uitvoering kan naar verwachting in 2026 starten en is gericht op het verbeteren van de kwaliteit en uitstraling van de toegangswegen en dorpscentra. Het traject kent een doorlooptijd van enkele jaren.
Ontwikkelingen voor 2026
Digitaliseringsopgave
Sinds 1 januari 2025 geldt een wettelijke plicht voor wegbeheerders om mobiliteitsdata op orde te brengen. (Denk aan verkeersborden, wegafsluitingen, schoolzones etc.). Ook moeten zij zorgen dat deze data duurzaam geborgd blijft. Deze verplichting komt voort uit Europese regelgeving, zoals de Intelligent Transport Systemen (ITS) directive. In 2026 volgt de Nederlandse vertaling in wetgeving, bekend als het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata (DSM). Het is nog niet bekend hoe deze wetgeving eruit komt te zien.
Vroeger was mobiliteitsdata vooral handig voor bijvoorbeeld verkeersanalyses. Nu is die data noodzakelijk om het wegverkeer veilig en slim te laten verlopen.
De wegbeheerder is dus niet meer alleen verantwoordelijk voor de fysieke openbare ruimte. De digitale openbare ruimte wordt steeds belangrijker. Voor de gemeente betekent dit een uitbreiding van het takenpakket.
Dijkversterking Waalbandijk
In 2026 wordt aan de westkant van de gemeente gestart met de werkzaamheden t.b.v. de dijkversterking Waalbandijk. De weg op de dijk zal ingericht worden volgens het concept van de Gastvrije Waaldijk. Samen met de gemeente Tiel is er een wens voor de realisatie van een langzaam verkeersverbinding langs en over het Amsterdam-Rijnkanaal.
In de eerste helft van 2026 werken we, als vervolg op een eerdere haalbaarheidsstudie aan bestuurlijk draagvlak bij betrokken partijen en een haalbare businesscase voor de beoogde realisatie van de verbinding. Medio 2026 is er duidelijkheid over de resultaten en de gewenste vervolgstappen
Actualisatie assetsheets
De assetsheets die bij het IBOR-plan horen, zijn in het najaar 2025 geactualiseerd om ervoor te zorgen dat alle informatie actueel en accuraat is. Ze sluiten weer aan bij de nieuwste marktontwikkelingen, vastgestelde thema's en financiële richtlijnen.
Geactualiseerde assetsheet wordt in de toekomst (beknopt) beheerplan genoemd
Wij gebruiken voor onze beheerplannen de term “assetsheet” die niet bij iedereen bekend is. Daarom kiezen wij ervoor om deze term niet langer te hanteren en in de toekomst te spreken over een (beknopt) beheerplan.
3.3 We willen een duurzame gemeente zijn, klaar voor de toekomst
3.3 We willen een duurzame gemeente zijn, klaar voor de toekomst |
---|
Wat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
3.3.1 | 3.3.1.1 | 2023-2026 |
3.3.1.2 | 2023-2026 | |
3.3.2 | 3.3.2.1 | 2023-2026 |
3.3.2.2 | 2023-2026 | |
3.3.2.3 | 2023-2026 | |
3.3.2.4 | 2026 | |
3.3.2.5 | 2024 - 2026 | |
3.3.3 | 3.3.3.1 | continu |
3.3.3.2 | continu | |
3.3.3.3 | 2023-2026 | |
3.3.4 | 3.3.4.1 | 2023-2026 |
3.3.4.2 | 2023-2026 | |
3.3.4.3 | continu | |
3.3.5 | 3.3.5.1 | continu |
3.3.5.2 | 2023-2026 | |
3.3.5.3 | 2026 e.v. | |
3.3.5.4 | 2023-2026 | |
3.3.5.5 | continu | |
3.3.6 | 3.3.6.1 | 2025 e.v. |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
3.3.1 Duurzame en gezonde leefstijl
3.3.1.1 We geven eenvoudige oplossingen voor een duurzame leefstijl.
In 2026 continueren we de communicatiecampagne 'samendetoekomst.nl'. De huidige ondersteunende voorzieningen als de duurzaamheidsleningen, het Energieloket en de subsidieregelingen lopen door tot en met 2029. Met deze campagne geven we concrete handvatten (en financieringsmogelijkheden) aan inwoners en ondernemers voor duurzame en gezonde keuzes.
3.3.1.2 We realiseren meer openbare laadpalen voor elektrisch vervoer.
Zoals vastgesteld in de concessie worden jaarlijks 12 tot 16 laadpalen proactief geplaatst. Daarnaast plaatsen we palen op verzoek van bewoners met een laadbehoefte.
3.3.2 Verlagen van het energieverbruik
3.3.2.1 Maatregelenpakket inwoners energiebesparende maatregelen
In 2026 voeren we het Nationaal IslolatieProgramma (NIP) en de lokale subsidieregeling voor duurzaamheidsmaatregelen door woningeigenaren uit. We bereiden de aanvraag voor de derde tranche NIP voor.
3.3.2.2 We voeren onze Warmtetransitievisie uit.
Wij voeren het uitvoeringsprogramma Warmtetransitie 1.0 uit met als doel Neder-Betuwe uiterlijk in 2050 van het aardgasnet af te kunnen sluiten. In de eerste fase ligt de focus op het verminderen van het verbruik van energie door onder andere beter geïsoleerde woningen. Ook moeten we verplicht onze warmtetransitievisie actualiseren in een programma Warmte (zie 3.3.2.4).
3.3.2.3 We zetten ons in voor de bestrijding van energiearmoede bij onze inwoners.
In navolging op het fixproject geven we in 2026 verder uitvoering aan het programma EnergieVitaal, waarbij inwoners met energiearmoede ondersteund worden met gemiddelde tot grote maatregelen (isolatie, ventilatieboxen, energiezuinige apparaten, etc.). Daarnaast zetten wij in op het waterzijdig inregelen van cv installaties voor een efficiëntere werking.
3.3.2.4 Wij maken op basis van de energievisie een programma Energie & Warmte
Onder deze activiteit is ook de ambitie Actualiseren en herijken programma duurzaamheid uit de kadernota2025 opgenomen.
In 2025 heeft er besluitvorming plaatsgevonden over de energievisie. Daarin is het ontwikkelpad naar elektrificatie opgenomen. De energievisie vertalen wij in 2026 in een programma Energie & Warmte. Dit is verplicht gesteld door het Rijk (voorheen bekend als aardgasvrije wijken). In het programma concretiseren wij de acties en maatregelen die nodig zijn om de visie uit te voeren.
3.3.2.5 Via de pilot Energie Expertteam Rivierenland ondersteunen wij samen met VNO-NCW en S-tec ondernemers bij de verduurzamingsopgave.
Ondernemers kunnen energieadvies krijgen om hun bedrijfsvoering te verduurzamen.
3.3.3 Toekomstbestendige leefomgeving
3.3.3.1 We bevorderen een groene, schaduwrijke leefomgeving.
Om voorbereid te zijn op het veranderend klimaat volgen wij de lokale adaptatiestrategie. In de openbare ruimte hebben wij hiervoor nadrukkelijk aandacht (zie 3.3.3.3) en daarnaast hebben we een subsidieregeling voor inwoners die hun eigen terrein willen vergroenen.
3.3.3.2 Bij de herinrichting van wijken treffen we klimaatbestendige maatregelen die zijn afgestemd op extremer weer.
Bij de herinrichting van wijken kijken we integraal naar de toekomstige opgaven waar we voor staan, waaronder grotere weersextremen. Om deze te ondervangen hebben wij aandacht voor waterberging, afwatering en het tegengaan van potentiële hitte-problematiek (zie ook 3.3.3.1). Daarnaast zorgen wij voor beplanting die beter bestand is tegen droogte.
3.3.3.3 We plaatsen meer groen in woonwijken, vooral met bomen.
In lijn met 3.3.3.1 en met aandacht voor de lokale biodiversiteit breiden wij het bestaande groen waar mogelijk uit en pakken wij bij de herinrichting van wijken verdere vergroening mee in alle projectfasen. Door participatie komen we samen met de inwoners tot een groenere, toekomstbestendige en leefbare omgeving waar het prettig wonen is.
3.3.4 Circulaire samenleving
3.3.4.1 We stimuleren hergebruik van verpakkingen (en het minder gebruik maken van wegwerpverpakkingen).
Wij haken i.s.m. Avri aan bij landelijk beleid dat voorziet in het stimuleren van een betere omgang met onder andere verpakkingen.
3.3.4.2 We stimuleren de recycling van grondstoffen.
Samen met lokale verenigingen proberen wij het recyclen en hergebruiken van materialen te stimuleren. Hiervoor hebben wij in samenwerking met Avri de "Geef het door"-tas als pilot voor kleine afvalstromen. Eind 2025 zal hiervoor een voorstel aan uw raad worden voorgelegd. We hebben vooralsnog de ambitie om uiteindelijk in alle dorpskernen deze mogelijkheid te bieden, maar dit is afhankelijk van het animo vanuit de verenigingen. Uiteindelijk moet deze manier van inzamelen ook helpen 3.3.4.3 te verwezenlijken.
3.3.4.3 We verminderen ons restafval.
Samen met Avri zijn we trots op de relatief lagere hoeveelheid restafval van onze inwoners in vergelijking met landelijke cijfers. We communiceren samen met Avri over afval en het belang van afvalscheiding. In 2026 gaan we verder met de reeds opgezette handhavingscampagnes en de samenwerking met verenigingen (o.a. "Geef het door" - tas, zwerfafvalroutes en adoptie containers).
3.3.5 Nieuwe energievormen
3.3.5.1 Afbouwen afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
We geven verdere uitvoering aan het Plan verduurzaming gemeentelijke gebouwen dat door uw raad is vastgesteld op 8 februari 2024. Door onze gebouwen te verduurzamen kunnen de CO₂ uitstoot en de energiekosten verlaagd worden. In en op de gemeentelijke gebouwen zoeken we naar energiezuinige oplossingen zoals verdere toepassing van LED verlichting en -waar mogelijk- de uitbreiding van het aantal zonnepanelen. In 2026 voeren we de verduurzaming van de sporthal De Leede en Gymzaal Echteld uit.
3.3.5.2 We zetten in om bij windmolens op land minimaal 50% ten goede te laten komen aan de lokale gemeenschap.
Bij Energiepark Echteld-Lienden en Windpark Midden Betuwe zetten wij in op een goede financiële participatie. Dit doen we samen met energiecoöperaties Betuwewind en Echteld-Lienden.
3.3.5.3 We maken in samenwerking met Liander buurtplannen voor de uitbreiding van middenspanningstations in de dorpen.
In 2025 sloten wij met Liander een samenwerkingsovereenkomst om de komende jaren de middenstations in de dorpen uit te bereiden. Daarmee werken we toe naar een robuust energiesysteem in de wijken. in 2026 werken we het eerste buurtrealisatieplan voor Kesteren uit.
3.3.5.4 We gaan in overleg om knelpunten op het elektriciteitsnet te verminderen en de situatie te verbeteren.
Met Liander zijn wij in overleg om het onderstation Dodewaard te verzwaren. Wij voeren de ruimtelijke procedure uit. Samen met Liander en Tennet verkennen wij locaties voor een nieuw 380 kV station voor het landelijke netwerk. Via het regionale traject integraal programmeren werken wij aan de inrichting van het energiesysteem in de regio. Het gaat hierbij om een perspectief voor de lange termijn en tegelijkertijd korte termijn acties voor het oplossen van de huidige knelpunten.
3.3.5.5 We stimuleren innovatie samen met lokale ondernemers.
Ondernemers kunnen terecht bij Duurzaam Ondernemers Energieteam (DOE) voor onafhankelijk advies over energiemaatregelen (ook in relatie tot nestcongestie). De advisering wordt ook ingezet om ondernemers te ondersteunen en te ontzorgen bij het realiseren van plannen.
3.3.6 Een klimaat-adaptief Neder-Betuwe
3.3.6.1 We intensiveren de samenwerking in regionaal verband, zodat we effectief kunnen werken en samen kansen verzilveren om Rijkssubsidies voor klimaatadaptatie binnen te halen.
Het regionale samenwerkingsverband Klimaat Actief Rivierenland zet met de Samenwerkingsagenda 2024-2030 de krachtenbundeling in de regio voort als het gaat om klimaatadaptatie. In het verleden heeft dit geresulteerd in subsidies van hogere overheden voor de realisatie van maatregelen, maar ook voor bijv. het uitvoeren van stresstesten. Daarnaast kunnen wij door expertise te delen en sturing te geven aan regionale processen de belangen van Neder-Betuwe constructief vertegenwoordigen. De raad informeren wij over ontwikkelingen via nieuwsberichten, naast een jaarlijks verslag van de voortgang.
Ontwikkelingen voor 2026
Voor dit programma zijn geen overige ontwikkelingen voor 2026.
3.4 We zorgen voor samenhang tussen de huidige omgevingskwaliteit en toekomstige functies ter vervulling van maatschappelijke behoeften
3.4 We zorgen voor samenhang tussen de huidige omgevingskwaliteit en toekomstige functies ter vervulling van maatschappelijke behoeften |
---|
Wat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
3.4.1 | 3.4.1.1 | 2024 e.v. |
3.4.1.2 | 2024 e.v. | |
3.4.2 | 3.4.2.1 | 2024 e.v. |
3.4.2.2 | 2024 e.v. | |
3.4.2.3 | 2024 e.v. | |
3.4.2.4 We gaan omgevingsvisie van de gemeente Neder-Betuwe actualiseren | 2026-2027 | |
3.4.3 | 3.4.3.1 | 2024 e.v. |
3.4.3.2 | 2024 e.v. | |
3.4.3.4 | 2025 e.v. | |
3.4.4 | 3.4.4.1 | continu |
3.4.5 | 3.4.5.2 | 2024 e.v. |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
3.4.1 Gezonde en kwalitatieve leefomgeving
De bodemkwaliteit wegen we integraal mee (aanvullingsspoor Bodem Omgevingswet).
Het aanvullingsspoor Bodem zorgt ervoor dat de bodem en ondergrond een integraal onderdeel worden van de Omgevingswet. De nieuwe regels vervangen de huidige wet- en regelgeving over bodemkwaliteit (zoals de Wet bodembescherming, het Besluit bodemkwaliteit en het Besluit uniforme saneringen). De ODR begeleidt voor de gemeenten in Rivierenland de overgang van bodemtaken naar de Omgevingswet. In 2026 verwachten we dat dit project wordt afgerond. Dan kunnen we samen met de ODR de bodemregels, die in 2025 worden voorgesteld, definitief maken. Zodra de regels klaar zijn, worden ze opgenomen in het omgevingsplan.
3.4.1.2 Actualiseren Welstandsnota.
In de Woningwet is opgenomen dat bestaande en nieuwe bouwwerken niet in strijd mogen zijn met redelijke eisen van welstand. Om dit te kunnen beoordelen is er een Welstandsnota. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en daarmee vervallen de artikelen over welstand in de Woningwet. Voor de Welstandsnota geldt overgangsrecht. Deze beleidsregel blijft voorlopig gelden.
In het Omgevingsplan kan de gemeente regels opnemen over het uiterlijk en de plaatsing van bouwwerken. De uitleg van de regels kan worden vastgelegd in beleidsregels. Om de stap te maken van Welstandsnota naar regels in het Omgevingsplan en/of beleidsregels is het noodzakelijk om de huidige Welstandsnota te actualiseren en aan te passen conform de Omgevingswet.
Voor het actualiseren van de Welstandsnota is een bestuursopdracht vastgesteld. In 2026 gaan we een extern adviesbureau inhuren ter ondersteuning en kunnen de eerste stappen gezet worden. Hierbij betrekken we de raad en er zal ook participatie plaatsvinden.
3.4.2 Omgaan met de schaarse ruimte
3.4.2.1 Keuzes maken welke functies wel/niet in het buitengebied
De gemeente heeft op verschillende beleidsvelden ambities en opgaven. Het grondgebied van de gemeente is te klein om al deze ambities en opgaven te realiseren. Daarom moeten wij als gemeente keuzes maken hoe we omgaan met de schaarse ruimte. Om deze keuzes te kunnen maken is het Programma Buitengebied in 2025 door het college vastgesteld. In 2026 maken we een start met het uitwerken van de kaders die genoemd staan in het Programma Buitengebied.
3.4.2.2. Regionaal samenwerken aan complexe opgaven
- Regioarrangement en gebiedsprogramma's Fruitdelta Rivierenland
De provincie Gelderland heeft per regio een regio-arrangement opgesteld. Zo ook voor de regio Rivierenland. In 2023 is het regio-arrangement Fruitdelta Rivierenland opgesteld samen met de regio, de gemeenten en het waterschap en is agenderend van aard. In 2024 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot gebiedsprogramma's. Voor twee gebieden in de regio is een pilot gestart om ervaring op te doen voor het opstellen van gebiedsprogramma's. Deze pilots zijn halverwege 2025 stopgezet door de provincie.
Onder de Omgevingswet is het niet meer mogelijk om gebiedsprogramma's op te stellen. Er wordt onderzocht welke alternatieve instrumenten er zijn om hetzelfde doel te behalen.
We zijn proactief betrokken bij dit proces om de belangen van de gemeente te waarborgen.
- Vitaal Landelijk gebied Gelderland
De provincie Gelderland heeft besloten het programma Vitaal Landelijk gebied Gelderland (VLGG) niet vast te stellen.
- Deelname aan de gebiedsagenda Fruitdelta Rivierenland
De Fruitdelta Gebiedsagenda is een werkwijze om de complexe opgaven in onze regio integraal aan te kunnen pakken. Het is een samenwerking tussen ondernemers, organisaties, onderwijs / onderzoek, ondernemende inwoners en overheden. Door met elkaar in gesprek te blijven worden ieders belangen vroegtijdig herkend en ontwikkelen we gezamenlijk een oplossing. Op deze wijze worden de risico's, kosten en opbrengsten evenwichtig verdeeld. Ook hierbij zijn we proactief betrokken om de belangen van de gemeente te waarborgen.
3.4.2.3 De gemeente draagt als stakeholder bij aan een integrale afweging voor de drinkwaterreserveringsgebieden.
De gemeente neemt deel aan een ambtelijke begeleidingsgroep die op initiatief van Vitens is opgericht. Dit is een proces van jaren (streven vergunning in 2035) en loopt dus door in 2026. Komend jaar wordt de Milieu Effect Rapportage (MER) procedure voor het drinkwaterreserveringsgebied binnen deze gemeente doorlopen.
3.4.2.4 We gaan de omgevingsvisie van de gemeente Neder-Betuwe actualiseren
In 2026 worden de eerste stappen gezet om de omgevingsvisie te actualiseren. De eerste stappen bestaan uit het opstellen van een Plan van Aanpak en het inhuren van een adviesbureau.
3.4.3 Planvorming en regels Omgevingswet op orde
3.4.3.1 Eén gemeentedekkend omgevingsplan in fases.
Het omgevingsplan voor het deelgebied Kernen kan in het eerste kwartaal van 2026 worden vastgesteld. Parallel hieraan werken we aan het omgevingsplan voor het deelgebied Buitengebied. In 2026 ronden we de veld- en beleidsinventarisatie voor dit gebied af en stellen we de Nota van Uitgangspunten op zodat deze kan worden vastgesteld. Op basis hiervan kan vervolgens worden gestart met het opstellen van de regels voor het omgevingsplan.
3.4.3.2 Juridische regels omzetten in ‘toepasbare regels’: gebruiksvriendelijk en leesbaar.
Synchroon aan het opstellen van de juridische regels van het omgevingsplan deelgebied Kernen en Buitengebied worden er toepasbare (machineleesbare) regels opgesteld. Toepasbare regels zorgen ervoor dat digitale vergunningaanvragen en vergunningchecks op een zo eenvoudige mogelijke en klantvriendelijke manier kunnen plaatsvinden.
Zodra een omgevingsplanwijziging wordt vastgesteld zullen ook de toepasbare regels beschikbaar komen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Zo zal uiteindelijk voor 2032 een complete set aan toepasbare regels ontstaan. De toepasbare regels die in gebruik zijn worden continue gemonitord door de ODR op werkbaarheid en bruikbaarheid.
3.4.3.4 We vertalen de regels uit de verordeningen over de fysieke leefomgeving naar omgevingsplanregels en voor zover nodig verwerken we lokaal beleid in het Omgevingsplan.
Conform het plan van aanpak transitieperiode Omgevingsplan zullen de verordeningen vanaf 2027 en verder worden opgenomen in het Omgevingsplan. De inventarisatie van de regels in verordeningen wordt mogelijk al in 2026 opgepakt.
Het lokale beleid wordt bij de omzetting van de deelgebieden meegenomen of tussentijds via partiële wijzigingen van het Omgevingsplan. Niet al het beleid is geschikt om op te nemen in het Omgevingsplan. Het is zaak om bij het opstellen van beleid rekening te houden met een eventuele doorwerking in het Omgevingsplan.
3.4.4 Nuchter natuur- en stikstofbeleid
3.4.4.1 Toekomstperspectief bieden voor agrariërs, met ruimte voor bedrijfsontwikkeling en innovatie
De provincie Gelderland heeft besloten het programma Vitaal Landelijk gebied Gelderland (VLGG) niet vast te stellen. Ze heeft dit besluit genomen omdat het Rijk is gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied en er daardoor minder rijksgeld beschikbaar was. Er is nog geen oplossing voor de stikstofproblematiek. de provincie werkt verder met de Versnellingsaanpak Stikstof. Diverse uitspraken van de Raad van State maakt de noodzaak voor een versnellingsaanpak duidelijk. Om Gelderland van het slot te krijgen werkt de provincie aan een oplossing. De regelingen zijn echter van tijdelijke aard, omdat een volledig pakket aan maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen er nog niet is. Een deel van maatregelen moet van het Rijk komen.
Er is nog veel onduidelijk en daarom kan niet aangegeven worden wat de gevolgen zijn voor ontwikkelingen in de gemeente. We blijven de ontwikkelingen op het gebied van stikstof volgen.
3.4.5 Werkende en werkbare digitale systemen
3.4.5.2 Een stabiele en functionele (regionale) keten van systemen
Er kan per 1 januari 2026 geen gebruik meer worden gemaakt van het TAM-omgevingsplan. Dit is het maken van een omgevingsplan in de bekende en werkende bestemmingsplansoftware. In 2026 kan het omgevingsplan alleen nog worden gewijzigd in de nieuwe software met de nieuwe standaard.
Het "parallel wijzigen probleem" (problemen bij het tegelijkertijd in procedure hebben van meerdere wijzigingen van het omgevingsplan) is niet opgelost. Dit leidt ertoe dat er niet veel planwijzigingen tegelijkertijd in procedure kunnen zijn. Naast de grote herzieningen van de deelgebieden moet dit aantal zeer beperkt zijn om het parallel wijzigen probleem te kunnen blijven overzien. in 2026 zullen diverse initiatieven twee keer per jaar worden gebundeld in één veegplan.
We blijven de ontwikkelingen in de software m.b.t. het parallel wijzigen nauwgezet volgen.
Ontwikkelingen voor 2026
Voor dit programma zijn geen overige ontwikkelingen voor 2026.