Programma 5 Wmo, jeugdzorg en participatiewet

Nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen

Nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen

In deze begroting wordt onder programma 5 Onderwijs, sport en welzijn voor nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen voor 2026 € 51.000 minder aan lasten oplopend naar € 39.000 minder aan lasten in 2029 gevraagd. Aan baten wordt voor 2026 € 22.000 meer aan baten oplopend naar € 387.000 meer aan baten in 2029 gevraagd.

Een specificatie van de lasten en baten voor nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen wordt hieronder weergegeven op niveau van taakveld.

Actualisatie urencalculaties en kostendekkendheid leges met effecten voor alle taakvelden die onder dit programma vallen (voordeel structureel € 114.000)
Het effect voor dit programma van deze twee onderwerpen bedraagt structureel € 114.000 voordelig. Voor een overzicht van het totale effect over alle programma’s verwijzen wij naar het onderdeel uiteenzetting van de financiële begroting en dan specifiek de toelichting op het onderdeel nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen van de financiële begroting.

Taakveld Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel structureel 95.000 vanaf 2026)
Bijstelling structurele ramingen bijzondere bijstand, kinderopvang en subsidiebudget
kunst en cultuur (kadernota 2026 (13.1) voordeel structureel 16.000 vanaf 2026.
Ieder jaar wordt er gerapporteerd over onderbesteding op een aantal begrotingsposten. Dat wordt mede veroorzaakt doordat bij nieuw beleid doorgaans een meerjarenraming gebaseerd wordt op schattingen. Na een aantal jaren waarin het beleid van kracht is, kan blijken dat deze ramingen bijstelling behoeven. Dit geldt ook voor de meerjarenraming die gemaakt is bij toezicht en handhaving kinderopvang. Vanaf 2024 heeft er een intensivering van de inspecties van gastouders plaatsgevonden. Per 2024 zijn gemeenten verplicht om 50% van de gastouders in de gemeente jaarlijks te inspecteren. In regio Gelderland-Zuid zijn we hier in 2023 al mee begonnen om de haalbaarheid te toetsen en te zien wat hieruit naar voren zou komen. Binnen de begroting van de GGD is er voldoende ruimte om alle inspecties uit te voeren en blijkt het niet nodig om hier extra middelen voor in te zetten.

Het betreft de gedeeltelijk financiële uitwerking van de ombuiging 13.1 in de kadernota 2026-2029 van totaal 75.000. In deze begroting zijn deze besparingen verwerkt onder programma 5, taakveld Samenkracht en burgerparticipatie (16.000), Inkomensregeling (51.000) en programma 6 taakveld cultuur (8.000).

Inzet GALA middelen voor Kansrijke Start (kadernota 2026 (13.3) voordeel structureel 22.000 vanaf 2026.
We krijgen vanuit het Rijk SPUK GALA-middelen voor onder andere Kansrijke Start. Hiermee kunnen we inzetten op (kwetsbare) jonge gezinnen waarbij we alle kinderen een kansrijke start willen bieden, met hierbij de focus op de eerste 1000 dagen van een kind (gerekend vanaf de zwangerschap).
Het rijk heeft aangegeven dat de GALA middelen voor Kansrijke Start structureel zijn vanaf 2026, daarmee kunnen we structureel diverse activiteiten en interventies die bijdragen aan de doelstelling van Kansrijke start, maar die voorheen uit eigen middelen werden bekostigd, dekken uit de GALA-middelen voor Kansrijke Start. Het gaat dan onder andere om de prenatale huisbezoeken door de JGZ (GGD) en de jonge moedergroepen.

Structureel toeschrijven van (meer-) kosten aan onderwijsachterstandenbeleid (kadernota 2026 (14.1) structureel voordeel 57.000 vanaf 2026.
Structureel toeschrijven van kosten aan rijksmiddelen Onderwijsachterstandenbeleid voor Schoolmaatschappelijk werk (26.000) en JGZ maatwerksubsidie (31.000).

Het betreft de gedeeltelijke financiële uitwerking van de ombuiging 14.1 in de kadernota 2026-2029 van totaal 214.000. In deze begroting zijn deze besparingen verwerkt onder programma 6, taakveld onderwijsbeleid en leerling zaken (61.000), Media (95.000) en programma 5, taakveld Toegang en eerstelijnsvoorziening Jeugd (1.000) en Samenkracht en burgerparticipatie (57.000). Voor meer detail verwijzen wij u naar de toelichting onder programma 6, taakveld onderwijsbeleid en leerlingzaken.

Taakveld Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd (voordeel structureel 1.000 vanaf 2026)
Structureel toeschrijven van (meer-)kosten aan onderwijsachterstandenbeleid (kadernota 2026 (14.1) structureel voordeel 1.000 vanaf 2026.
Structureel toeschrijven van kosten aan rijksmiddelen Onderwijsachterstandenbeleid
Het betreft de gedeeltelijke financiële uitwerking van de ombuiging 14.1 in de kadernota 2026-2029 van totaal 214.000. In deze begroting zijn deze besparingen verwerkt onder programma 6, taakveld onderwijsbeleid en leerling zaken (61.000), Media (95.000) en programma 5, taakveld Toegang en eerstelijnsvoorziening Jeugd (1.000) en Samenkracht en burgerparticipatie (57.000).
Voor meer detail verwijzen wij u naar de toelichting onder programma 6, taakveld onderwijsbeleid en leerlingzaken.

Taakveld Inkomensregelingen (voordeel structureel 51.000 vanaf 2026)
Bijstelling structurele ramingen bijzondere bijstand, kinderopvang en subsidiebudget
kunst en cultuur (kadernota 2026 (13.1)) structureel voordeel 51.000.
Ieder jaar wordt er gerapporteerd over onderbesteding op een aantal begrotingsposten. Dat wordt mede veroorzaakt doordat bij nieuw beleid doorgaans een meerjarenraming gebaseerd wordt op schattingen. Na een aantal jaren waarin het beleid van kracht is, kan blijken dat deze ramingen bijstelling behoeven. Dit geldt voor de meerjarenraming die gemaakt is bij verruiming van de doelgroep Bijzondere bijstand. Deze doelgroep werd uitgebreid met inwoners die nog niet bij de gemeente in beeld waren. Om het financiële effect in te schatten, werd gebruik gemaakt van CBS-cijfers. Het CBS rondt deze cijfers echter af, waardoor niet exact bekend is hoeveel groter de doelgroep minima zou worden. Ook is vooraf niet te voorspellen welk deel van deze groep daadwerkelijk aanspraak maakt op Bijzondere bijstand. Na twee jaren van onderbenutting kan een deel van het aanvullende budget worden afgeraamd, zonder dat de verruiming van het beleid teruggedraaid hoeft te worden.

Het betreft de gedeeltelijk financiële uitwerking van de ombuiging 13.1 in de kadernota 2026-2029 van totaal 75.000. In deze begroting zijn deze besparingen verwerkt onder programma 5, taakveld Samenkracht en burgerparticipatie (16.000), Inkomensregeling (51.000) en programma 6 taakveld cultuur (8.000).

Taakveld WSW en beschut werk (nadeel structureel 173.000 in 2026, 175.000 in 2027, 174.000 in 2028, 177.000 in 2029)
Het betreft hier de structurele bijstelling van de integratie uitkering Participatie uit de Meicirculaire 2025 die 1 op 1 wordt opgenomen als extra last in onze begroting meerjarig onder taakveld WSW en Arbeidsparticipatie. Dit nadeel dient u in relatie te zien met het voordeel benoemd onder programma algemene dekkingsmiddelen, taakveld algemene uitkering.

Taakveld ArbeidsparticipatieTaakveld (nadeel structureel 15.000 in 2026, 17.000 in 2027, 18.000 in 2028, 19.000 in 2029)
Het betreft hier de structurele bijstelling van de integratie uitkering Participatie uit de Meicirculaire 2025 die 1 op 1 wordt opgenomen als extra last in onze begroting meerjarig onder taakveld WSW en Arbeidsparticipatie. Dit nadeel dient u in relatie te zien met het voordeel benoemd onder programma algemene dekkingsmiddelen, taakveld algemene uitkering.

Taakveld Maatwerkvoorziening (WMO) (voordeel structureel 30.000 vanaf 2028)
Ombuigingen WMO vanaf 2028, structureel voordeel 30.000 vanaf 2028
Het betreft de gedeeltelijke financiële uitwerking van de ombuiging WMO in de kadernota 2026-2029 van totaal 100.000. In deze begroting zijn deze besparingen vanaf 2028 verwerkt onder programma 5, taakveld Maatwerkvoorziening (WMO) 30.000 en Huishoudelijke hulp (WMO) 70.000.
We houden rekening met een drietal richtingen waar volgens ons besparingen behaald kunnen worden.

  • Verwachte extra inkomsten vanuit de eigen bijdrage vanaf 2027 op basis van de beoogde ingangsdatum van de nieuwe wetgeving op dit gebied;
  • Verwachte lagere instroom dan wel uitstroom op huishoudelijke ondersteuning als gevolg van de nieuwe regels rond de eigen bijdrage. Dit zal voor (oudere) inwoners met een hoger inkomen namelijk leiden tot een hogere eigen bijdrage, waarmee het minder interessant wordt huishoudelijke ondersteuning via de Wmo te ontvangen;
  • Passende ondersteuning voor de doelgroep ‘beschermd thuis’; deze inwoners ontvangen nu vaak ondersteuning vanuit de Wmo. Vanuit de doordecentralisatie beschermd wonen naar beschermd thuis werken we aan voorzieningen die beter aansluiten bij de behoeften van deze doelgroep. En kan er gebruik gemaakt worden van de financieringsstromen gekoppeld aan beschermd wonen.

Omdat de Wmo vooral ouderen en mensen met een chronische ondersteuningsbehoefte raakt, moeten we oog houden voor autonome groei binnen de doelgroep van de Wmo. Dit kan effect hebben op het behalen van de taakstelling. Dit monitoren we via de reguliere P&C documenten en dit kan als noodzakelijk leiden tot een verzoek tot aanpassing van de taakstelling.

Taakveld Huishoudelijke hulp (WMO) (voordeel structureel 70.000 vanaf 2028)
Ombuigingen WMO vanaf 2028, structureel voordeel 70.000 vanaf 2028
Het betreft de gedeeltelijke financiële uitwerking van de ombuiging WMO in de kadernota 2026-2029 van totaal 100.000. In deze begroting zijn deze besparingen vanaf 2028 verwerkt onder programma 5, taakveld Maatwerkvoorziening (WMO) 30.000 en Huishoudelijke hulp (WMO) 70.000.
Voor meer detail verwijzen wij u naar de toelichting onder taakveld maatwerkvoorziening (WMO).

Taakveld Jeugdhulp ambulant Regionaal (voordeel structureel 449.000 in 2028, 461.000 vanaf 2029)
Het betreft hier de uitwerking van de Meicirculaire 2025 op het onderdeel extra aanvullende taakstellingen die plaatsvinden op de jeugdzorg vanaf 2028. De toezichthouder van de Provincie heeft in haar richtlijnen voor de begroting 2026 aangegeven dat de extra taakstelling ‘eigen bijdrage jeugdzorg’ en ‘sturen op trajectduur jeugdzorg’ vanaf 2028 in de meerjarenraming van de gemeente als stelpost opgenomen mag worden vanaf 2028 als te realiseren bezuiniging.

Jeugdhulp met verblijf regionaal (structureel voordeel 300.000 vanaf 2027)
Jeugdzorg met verblijf incidenteel i.p.v. structureel ramen (kadernota 2026 (13.2)) structureel voordeel 300.000 vanaf 2027.
In lijn met landelijke trends zien we ook in onze gemeente een stijging in de kosten van jeugdhulp. Een groot deel van deze stijging heeft te maken met het gebruik van dure zorgvormen, met name zorg met een verblijfsfunctie, die relatief door weinig jeugdigen wordt gebruikt. Omdat deze zorgvormen zeer kostbaar zijn, heeft zelfs een kleine verschuiving in het aantal jeugdigen dat hiervan gebruik maakt, al een aanzienlijke financiële impact. Tot enkele jaren geleden maakten er nauwelijks of geen jeugdigen gebruik van deze zorg, waardoor er tot 2025 geen budget voor dit type zorg was gereserveerd. De laatste twee jaar zien we echter een klein aantal jeugdigen die wel gebruik maken van deze zorg, waardoor de eerder geraamde kosten niet meer toereikend zijn. Daarom is er in de tweede bestuursrapportage van 2024 structureel extra budget aangevraagd voor de bekostiging van deze dure zorgvormen.

Clustering taakvelden op de onderdelen Jeugd, WMO, Participatiewet en Overige taakvelden binnen het sociaal domein.
Vanaf 2023 geldt voor gemeenten een verfijnde administratieve indeling voor Jeugd en WMO (volgens de zogeheten IV3-indeling). De begroting 2023 is destijds aangepast op deze verfijning waarbij de ramingen zijn verdeeld over de nieuwe indeling/taakvelden. Deze wijziging heeft echter tot knelpunten geleid bij gemeenten. Daarom hebben VWS, BZK en de VNG gewerkt aan een (verplichte) aangepaste indeling Jeugd en WMO per 2025. Dit resulteert wederom in een wijziging binnen programma 5 van het aantal taakvelden waarop de uitgaven geraamd en verantwoord moeten worden. Het doel hiervan is dat afspraken uit de Hervormingsagenda Jeugd gemonitord kunnen worden en er een betere aansluiting met andere databronnen, en in de toekomst ook met het berichtenverkeer, gemaakt kan worden. De bestaande budgetten op de ''oude taakvelden'' zijn in de begroting 2025 verdeeld over nieuwe taakvelden. Door de wijzigingen op de taakvelden in de afgelopen jaren, en de verdeling van de budgetten daarover, is er geen of nauwelijks nog een vergelijkbaarheid op de uitgaven over afgelopen jaren op taakveld niveau.

Om uw raad op hoofdlijnen meer inzicht te geven in de beschikbaar gestelde middelen binnen het sociaal domein stellen wij voor de diverse taakvelden binnen programma 5 te clusteren in Jeugd, WMO. Participatie en overige sociaal domein budgetten. Onderstaand ziet u in het overzicht de clustering weergegeven. In onderstaand overzicht zijn doorberekende personeelslasten niet meegenomen.

Bedragen x 1.000

Begroot 2026

Begroot 2027

Begroot 2028

Begroot 2029

WMO-budgetten

WMO voorziening

          1.063

          1.077

          1.062

          1.062

WMO zorg

          4.368

          4.426

          4.416

          4.416

Geescaleerde zorg 18+

              14

              14

              14

              14

Totaal WMO-budgetten

         5.445

         5.518

         5.492

         5.492

Jeugdbudgetten

Jeugdwet

          9.320

          9.023

          8.577

          8.564

Totaal Jeugdbudgetten

         9.320

         9.023

         8.577

         8.564

Participatiewet

Inkomensregeling

          1.868

          1.451

          1.348

          1.265

WSW en beschut werk

          1.321

          1.270

          1.224

          1.187

Arbeidsparticipatie

             914

             926

             927

             928

Totaal Participatiewet

         4.103

         3.647

         3.499

         3.380

Overig SD

Preventiebudget

          2.173

          2.179

          2.179

          2.179

Volksgezondheid

          1.499

          1.520

          1.406

          1.406

Totaal Overig SD

         3.672

         3.699

         3.585

         3.585

Totaal Programma 5 excl. personeelslasten

       22.539

       21.886

       21.153

       21.022

In de toekomstige P&C documenten zullen wij u op deze onderdelen inzicht geven en verantwoorden, conform de bedragen bepaald in de financiële verordening Neder-Betuwe 2023.

Deze pagina is gebouwd op 10/03/2025 11:13:17 met de export van 10/03/2025 11:10:20