Nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen
In programma 3 Fysieke leefomgeving worden in totaliteit € 1.497.000 minder aan lasten in 2026 oplopend tot € 2.812.000 minder aan lasten in 2029 gevraagd. Daartegenover staat in 2026 in totaliteit € 1.253.000 minder aan baten oplopend tot € 2.405.000 minder aan baten.
Een specificatie van de lasten en baten voor nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen vindt u hieronder op niveau van taakveld.
(Wijzigingen m.b.t. de grondexploitaties zijn hierin niet meegenomen)
Actualisatie urencalculaties en kostendekkendheid leges met effecten voor alle taakvelden die onder dit programma vallen (structureel voordeel € 13.000)
Het effect voor dit programma van deze twee onderwerpen bedraagt structureel € 13.000 voordelig. Voor een overzicht van het totale effect over alle programma’s verwijzen wij naar het onderdeel uiteenzetting van de financiële begroting en dan specifiek de toelichting op het onderdeel nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen van de financiële begroting.
Taakveld Verkeer en vervoer (structureel voordeel € 48.000 vanaf 2026)
Gladheidsbestrijding (structureel voordeel € 48.000 vanaf 2026)
De gemeente heeft als wettelijke taak de door het college aangewezen wegen bij gladheid te onderhouden. De klimaatveranderingen laten de afgelopen jaren zachtere winters zien. Hierdoor kan het huidige budget structureel worden verlaagd.
Taakveld Openbaar groen en (openlucht) recreatie (nadeel structureel € 32.000 voor 2026, € 150.000 incidenteel nadeel voor 2026, nadeel structureel € 68.000 voor 2027 en 2028, € 49.000 voor 2029)
Monitoren en kappen zieke essen (structureel nadeel € 32.000 voor 2026, 2027 en 2028
Het vervangingsplan wegens essentaksterfte wordt gecontinueerd. Dit om te komen tot een gezond en weerbaar bomenbestand met instandhouding van de waardevolle (hoofd)groenstructuren. Essentaksterfte en in mindere mate iepziekte, zorgen voor aantasting van bomen.
Vervanging heesters, bodembedekkers en plantvakken (structureel nadeel € 10.000 vanaf 2029)
Inboet en vervanging zijn noodzakelijk om de kwaliteit van het openbaar groen op lange termijn op peil te houden. Voor met name rozen, vaste planten en bodembedekkers blijft de huidige kwaliteit achter bij de vereiste kwaliteit. Omdat steeds meer beplanting de reguliere levensduur overschrijdt zal de kwaliteit verder afnemen. Door te vervangen kan de nieuwe situatie beter worden afgestemd op de omgeving. Hiervoor is het belangrijk dat er een investeringskrediet van € 120.000 beschikbaar wordt gesteld. De kapitaallasten van de investering voor vervanging van de heesters, bodembedekkers en plantvakken zijn vanaf 2029 structureel € 10.000.
Openbare speelplaatsen (structureel nadeel € 36.000 vanaf 2027)
Voor 2026 is € 393.975 nodig voor het revitaliseren/herinrichten van 5 speelplekken en € 128.000 voor een aantal impulsen. Bij dit laatste budget (€ 128.000) is er voor € 53.000 dekking uit de Nota Bovenwijks. Er resteert dan een aanvraag voor een investeringskrediet van totaal € 468.975
De kapitaallasten van de investeringen voor de speelplaatsen zijn vanaf 2027 structureel € 36.000.
Frictiekosten terughalen beeldbepalende beheertaken Avri (incidenteel nadeel € 150.000 in 2026)
De frictiekosten die wij in 2026 aan Avri moeten vergoeden voor het terughalen van de beeldbepalende beheertaken hangen samen met het al in 2025 overnemen van drie contracten met aannemers. Avri geeft aan hierdoor frictiekosten te hebben, waarvan het grootste deel in 2026 wordt verwacht. Voor deze kosten geldt dat Avri ze moet specificeren en onderbouwen. De uiteindelijke afrekening vindt begin 2027 plaats.
Het is belangrijk om hierbij te benadrukken dat het nu opgenomen bedrag (€ 150.000) een indicatieve schatting betreft. De hoogte van de werkelijke frictiekosten is lastig vooraf in te schatten. Mocht blijken dat deze kosten hoger of lager uitvallen dan nu opgenomen, dan zullen wij de raad daar tijdig over informeren.
Taakveld Afval (structureel voordeel € 25.000 vanaf 2026)
Prullenbakvergoeding (structureel voordeel € 25.000 vanaf 2026)
Ter vervanging van de Zwerfafvalvergoeding is er o.a. een prullenbakvergoeding die momenteel nog niet begroot is. Het Afvalfonds Verpakkingen betaalt gemeenten en andere gebiedsbeheerders voor het aandeel verpakkingen in openbare prullenbakken. De vergoeding heeft betrekking op zowel het beheren en ledigen van prullenbakken als de verwerking van het verpakkingsafval. Door het opnemen van deze structurele inkomsten in de begroting kunnen wij dit bedrag als een voordeel in de begroting verwerken. Voorstel is deze vergoeding in te zetten voor de kosten bij het toekomstig beheer van openbare prullenbakken; momenteel geschiedt dit beheer door de Avri.
Taakveld Milieubeheer (structureel voordeel € 320.000 vanaf 2026.
Formatie dekken uit Rijksmiddelen (structureel voordeel € 320.000 vanaf 2026)
In de afgelopen jaren is veel energie gestoken in het bouwen van het team duurzaamheid. Dit was nodig omdat er een omvangrijke maatschappelijke opgave moet worden gerealiseerd. Gezamenlijk realiseren zij de brede verduurzamingsopgave. Gezien de grote opgave wordt het voor dit moment niet wenselijk geacht om nu, terwijl we nog in de team-opbouwfase zitten, fors te snijden in de uitvoeringsorganisatie. We hebben deze inzet naar onze inschatting hard nodig, om in de buurt te komen van de ambities. Ook na 2026. Voor de Warmte & Energietransitie hebben wij in onze transitievisie warmte beperkte keuzes gemaakt. We zetten namelijk (i.t.t. veel andere gemeenten) tot op heden niet in op het gasloos maken van wijken. Momenteel wordt de formatie op het gebied van duurzaamheid nog betaald uit de algemene middelen. Omdat we voorzien dat we de huidige formatie nodig blijven houden, wordt voorgesteld om de eerder toegevoegde formatie van het team Duurzaamheid te gaan betalen uit rijksmiddelen (CDOKE-regeling). De huidige CDOKE-gelden zijn uitgekeerd t/m het jaar 2025. Vanuit het Rijk zijn voor de periode na 2025 aanvullende en oplopende middelen toegezegd tot en met 2030. Het rijk en de provincies hebben gemeenten laten weten dat ze deze middelen structureel mogen begroten. Voor de dekking van de capaciteitskosten gebruikt de gemeente dan voortaan de CDOKE-middelen. Concreet betekent dit dat de onderstaande in 2023 toegevoegde formatie betaald kan worden vanuit de CDOKE-middelen.
Taakveld Ruimte en leefomgeving (incidenteel nadeel € 30.000 in 2026)
Actualiseren omgevingsvisie (incidenteel nadeel € 30.000 in 2026)
In artikel 3.1 van de Omgevingswet is bepaald dat gemeenten verplicht zijn een Omgevingsvisie vast te stellen. Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 heeft de gemeenteraad in februari 2022 de Omgevingsvisie Neder-Betuwe vastgesteld. In de omgevingsvisie is opgenomen dat we om de 4 jaar de omgevingsvisie gaan actualiseren of eerder als daar aanleiding toe is. Er zijn diverse ontwikkelingen waardoor het nodig is de omgevingsvisie te actualiseren. Hierbij valt te denken aan de strategische koers die momenteel wordt opgesteld en de verandering van het beleid van Rijk en provincie op het gebied van ruimtelijke ordening. De gevraagde middelen zijn met name bedoeld voor externe ondersteuning (procesbegeleiding en vormgeving document). Het budget ‘Invoering Omgevingswet’ is hard nodig voor het opstellen van het permanent omgevingsplan. Het is niet wenselijk om uit dit budget bestaand beleid te bekostigen. Temeer omdat nog onduidelijk is of we van het Rijk nog kunnen rekenen op éénmalige bijdragen in dit verband.
Taakveld Bouw en Wonen (structureel voordeel € 50.000 vanaf 2026)
VTH-taken versoberen (9.13)kadernota 2026) structureel voordeel 50.000 vanaf 2026
Voorheen werden de taken die nu onder de noemer vrijeveldtoezicht worden uitgevoerd, standaard door de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) uitgevoerd. Sinds de invoering van de Omgevingswet vallen deze taken echter onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Vrijeveldtoezicht is een onderdeel van het toezichtproces binnen Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Het richt zich op het proactief controleren van de naleving van wet- en regelgeving, zonder dat er direct een specifieke aanleiding is, zoals een melding, klacht of vergunning check. Dit type toezicht wordt vaak uitgevoerd in het "vrije veld", wat letterlijk betekent dat toezichthouders actief in het werkgebied aanwezig zijn, bijvoorbeeld in buitengebieden, bedrijventerreinen of woonwijken. Hoewel vrijeveldtoezicht geen verplicht onderdeel is, zorgt het ervoor dat de Omgevingsdienst gerichter toezicht kan houden op specifieke beleidsterreinen. Hierdoor kunnen grotere problemen worden voorkomen, of kunnen mogelijke issues eerder worden gesignaleerd.