Ambities
1.1 De gemeente is communicatief en participatief
1.1 De gemeente is communicatief en participatief |
---|
taalWat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
1.1.1 | 1.1.1.1 | continu |
1.1.1.3 | continu | |
1.1.2 | 1.1.2.1 | continu |
1.1.2.2 | continu | |
1.1.2.3 | continu | |
1.1.2.4 | continu | |
1.1.2.5 | continu | |
1.1.2.6 | continu | |
1.1.2.7 | continu | |
1.1.3 | 1.1.3.1 | continu |
1.1.3.2 | continu | |
1.1.3.3 | continu | |
1.1.3.5 We ondersteunen overheidsparticipatie (inwonersinitiatieven en uitdaagrecht) twee jaar via een pilot. | 2026-2027 |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
1.1.1 De gemeentelijke dienstverlening is optimaal en goed toegankelijk
1.1.1.1 We zorgen voor een zo goed mogelijke bereikbaarheid van het Klantcontactcentrum en de Gemeentewinkel.
Voor het beantwoorden van binnenkomende klantvragen gaan wij gebruik maken van een kennisbank. In 2026 gaan we verder met het inrichten en up-to-date houden van de vastgelegde informatie.
1.1.1.3 Waar dat nuttig en passend is, bieden we meer diensten digitaal aan.
We werken aan het steeds verder uitbreiden van de mogelijkheden om producten en diensten digitaal aan te kunnen vragen of meldingen digitaal te kunnen doen. Daarbij richten we ons ook op het digitaliseren van de achterliggende processen. Dit vraagt meer dan alleen het aanbieden van een digitaal formulier op de website. Waar tot vorig jaar vooral de aandacht lag op de voorkant, zijn we de komende jaren bezig om ook de achterliggende processen te digitaliseren. Daarbij houden we ook externe ontwikkelingen in de gaten waar we van kunnen leren en zo mogelijk aan kunnen sluiten. Ook bij vervangingsprojecten van ICT-systemen is de digitale dienstverlening een belangrijke randvoorwaarde.
1.1.2 De gemeente informeert haar burgers tijdig, actief en toereikend over activiteiten, beleid, rechten en plichten
In 2021 heeft uw raad de Visie op Communicatie en Participatie vastgesteld. De gemeente wil (nog steeds én meer):
- doelgroepgericht communiceren;
- vanzelfsprekende participatie aan de hand van heldere uitgangspunten, voor betere plannen en zorgvuldige besluitvorming;
- een communicatieve en participatieve organisatie zijn waarin medewerkers optimaal toegerust zijn om communicatie en participatie te integreren in hun werk;
- zich positioneren én inzicht bieden in wat ze doet: een gemeente waarin het goed leven, wonen en werken is (profileren) en waar gewerkt wordt voor én met inwoners. Het basispakket aan communicatiewerkzaamheden is voor een groot gedeelte operationeel. Dit stelt ons voor de taak om te werken aan professionalisering en doorontwikkeling. Vanuit de vier actieprogramma’s gaan we ook in 2026 weer verder met doorontwikkeling op de volgende punten:
1.1.2.1 We volgen ook via sociale media wat er leeft onder burgers en hebben de omgeving goed in beeld.
We hebben inmiddels een monitoring van sociale media opgezet en evalueren dit periodiek. Daarnaast blijven we monitoren welke thema's er leven in de samenleving, zowel in Neder-Betuwe als ook daarbuiten.
1.1.2.2 We communiceren helder en begrijpelijk en zoveel mogelijk op B1-taalniveau.
Onze teksten schrijven we eveneens op taalniveau B1: helder en begrijpelijk. We streven ernaar alle communicatie-uitingen op dit niveau te brengen. We werken daar ook verder aan in 2026.
1.1.2.3 We leveren maatwerk per doelgroep door keuzes te maken in on- en offline kanalen, taal en toon.
We werken met een contentstrategie om te bepalen welk kanaal geschikt is voor welke doelgroep. We zijn gestart met een eerste verkenning van persona's oftewel 'ijk-personen': een zeer gedetailleerde omschrijving van een gebruiker van een product of dienst. Het helpt ons om onze communicatie beter op de doelgroep af te stemmen. De huidige contentstrategie wordt in 2026 verder ontwikkeld en uitgevoerd.
1.1.2.4 We bouwen aan relaties met intermediairs bij specifieke doelgroepen (sleutelfiguren).
We blijven hier onverminderd mee doorgaan. We luisteren daarbij naar de reacties van bijvoorbeeld taalambassadeurs met ervaring op het gebied van laaggeletterdheid. Bij projecten betrekken we belangrijke stakeholders vroegtijdig en persoonlijk.
1.1.2.5 We werken cross-mediaal bij algemene boodschappen en crisiscommunicatie voor een zo groot mogelijk bereik.
Wij maken in 2026 ook weer gebruik van de huidige beschikbare communicatiekanalen, zowel digitaal als analoog. Een niet-complete opsomming: website Neder-Betuwe, sociale media (inclusief filmpjes), de gemeentepagina's in het huis-aan-huisblad, het Neder-Betuwe Magazine, brochures en folders. In 2026 communiceren we bovendien via het participatieplatform over projecten waar participatie aan de orde is. Tegelijkertijd kijken we in 2026 kritisch naar het aantal digitale websites en applicaties vanuit waar we communiceren met inwoners. Informatie moet goed vindbaar zijn. De gemeentelijke website en het participatieplatform zijn de centrale websites voor digitale informatie. Andere websites beoordelen we kritisch.
1.1.2.6 We zorgen voor een vindbare en toegankelijke, up-to-date website met het Waarmerk Drempelvrij.
Ook in 2026 houden we onze website up-to-date en breiden deze uit waar nodig. Voor de website van de Kernpunten is het certificaat 'Waarmerk drempelvrij.nl' behaald. Het betekent dat de website voor iedereen goed toegankelijk is, ook voor mensen met een beperking. In 2026 werken we hier verder aan om ook het keurmerk voor onze gemeentelijke website te behalen.
1.1.2.7 We werken toe naar een overheid die nog meer open is en actief informatie openbaar maakt. Dit doen we door een gefaseerde invoering van de Wet open overheid (Woo), de Wet elektronische publicaties (Wep) en Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wembv).
De landelijke overheid legt de laatste jaren steeds meer de nadruk op transparantie en digitale toegankelijkheid van overheidsorganisaties: burgers en bedrijven hebben recht te weten welke informatie over hen beschikbaar is en wordt verwerkt. Zij moeten op een eenvoudige manier toegang hebben tot overheidsdiensten. Voor de Woo en de Wep is in 2024/2025 een portaal in gebruik genomen voor de bijbehorende publicaties. In 2026 zetten we verdere stappen om meer informatie actief openbaar te maken in het kader van de Woo en digitaliseren we steeds meer processen van producten en diensten waarvoor digitaal een aanvraag of melding kan worden gedaan.
1.1.3 De gemeente werkt samen met burgers, bedrijven en partners voor begrip en draagvlak
Om participatie daadwerkelijk vanzelfsprekend te maken binnen én buiten de organisatie is een gedragsverandering noodzakelijk. Deze gedragsverandering borgen we door in 2026 het vastgestelde participatieleid als uitgangspunt te hanteren. In 2026 werken we volgens een vaste werkwijze als het gaat om inwonersparticipatie. Daarnaast richten we een werkgroep op waarin collega's uit verschillende teams plaatsnemen. Zij fungeren als ambassadeurs voor participatie binnen de teams. Verder werken we aan handvatten voor de organisatie zoals een participatie-toolbox. Enerzijds maakt dat de stap naar participatie laagdrempeliger, anderzijds zorgt het voor een uniforme werkwijze. Ook het digitale participatieplatform helpt hierbij.
Om collega's te trainen op een vanzelfsprekende inzet van participatie, moeten we ook gaan inzetten op het vergroten van vaardigheden. Vaardigheid in participatie ontstaat door kennis, inzicht en ondersteunend instrumentarium. De kennis en expertise ligt bij team communicatie, de participatieadviseur in het bijzonder. Zij adviseren en ondersteunen bij het toepassen van participatie. Ook via deze weg wordt het overdragen van kennis en inzicht en participatie vanzelfsprekender.
We zetten verder in op de volgende punten:
1.1.3.1 We betrekken belanghebbenden of vragen hen mee te denken bij gemeentelijke initiatieven.
In het participatiebeleid van 2025 staat dat participatie vanzelfsprekend is. Dat betekent dat we inwoners en belanghebbenden vroegtijdig betrekken bij onze plannen. Dat doen we via de werkwijze inwonersparticipatie waarvoor de basis in het beleid staat. In 2026 gaan we deze werkwijze meer gedetailleerd uitwerken en vervolgens ook hanteren. Ook is participatie in 2026 een vast onderdeel van college- en raadsvoorstellen. Zodoende maken we steeds de afweging voor mogelijke participatie en zien we dat niet over het hoofd.
1.1.3.2 We stellen duidelijke kaders en zijn helder over doel en impact van participatie.
In het nieuwe beleid is duidelijkheid over het doel en de impact van participatie een speerpunt. Ook in de werkwijze is dit verwerkt. Dat betekent dat we in 2026 altijd aan de voorkant het doel en de invloed van inwoners mededelen. Op die manier proberen we de verwachtingen aan de voorkant te managen.
1.1.3.3 We delen actief informatie over gemeentelijke initiatieven en zijn open over de resultaten van participatietrajecten.
Alle projecten waar participatie aan de orde is, publiceren we in 2026 op het digitale participatieplatform. Op dit (goedbezochte) platform blijven inwoners op de hoogte van de ontwikkelingen én kunnen zij meedenken. We werken verder aan de bekendheid van dit platform in 2026. Daarnaast gebruiken we de gemeentepagina in de huis-aan-huiskrant om inwoners op de hoogte te stellen van de projecten en plannen. Ook sociale media gebruiken we hiervoor.
Voor de terugkoppeling van de resultaten van participatie gebruiken we het participatieplatform eveneens. Via dat kanaal stellen we inwoners die hebben geparticipeerd automatisch op de hoogte van de resultaten en uitkomsten van participatie. Daarnaast blijven we de gebruikelijke communicatiekanalen, zoals sociale media, gemeentepagina's en website hiervoor inzetten.
1.1.3.5 We ondersteunen overheidsparticipatie (inwonersinitiatieven en uitdaagrecht) twee jaar via een pilot.
Alle gemeenten zijn verplicht om overheidsparticipatie mogelijk te maken. Dat gaat om inwonersinitiatieven en het uitdaagrecht. In de kadernota 2026-2029 is een budget van 25.000 euro vrijgemaakt voor de jaren 2026 en 2027 om kleinschalige inwonersinitiatieven te ondersteunen en uitdagingen mogelijk te maken. De kosten die de uitvoering van een uitdaging met zich meebrengen, bekostigen we uit het bestaande budget voor die activiteit. Zo staat dat ook opgenomen in de Wet versterking participatie op decentraal niveau en in ons beleid. We treden met het uitdaagrecht niet actief naar buiten om de risico's zo klein mogelijk te houden. In 2026 richten we een interne werkgroep op die inwonersinitiatieven en uitdagingen gaan begeleiden. Na deze tweejarige pilot evalueren we het gebruik van de ondersteuning voor inwonersinitiatieven en het uitdaagrecht.
Ontwikkelingen voor 2026
Visie op dienstverlening
In 2024 zijn we gestart met het opstellen van een visie op dienstverlening om daarmee te blijven bouwen aan een duurzame en toekomstbestendige dienstverlening aan burgers, bedrijven en organisaties. In 2025 is de visie op dienstverlening door de raad vastgesteld. In 2026 gaan we aan de slag met het opstellen van een uitvoeringsagenda en beginnen we met het uitvoeren hiervan.
Inrichten van een online participatieplatform
Om sneller en eenduidiger onze burgers en ondernemers te betrekken bij plannen, beleid of projecten, hebben we een online participatieplatform ingericht. In 2025 zijn we gestart met het gebruikmaken van dit platform. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Met het participatieplatform investeren we in een instrument dat ons veel winst in tijd en effectiviteit zal opleveren. Online raadplegingen kunnen we via dit platform snel en makkelijk organiseren en dat op een herkenbare manier; zowel binnen als buiten onze organisatie. In 2026 gebruiken we het platform voor alle projecten waar participatie aan de orde is. We stemmen de methode af op het desbetreffende project. Soms gebruiken we het platform om inwoners uit te nodigen voor fysieke bijeenkomsten, soms om meningen of ideeën op te halen.
Wet versterking participatie op decentraal niveau
In 2024 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau. Het betekent uitbreiding van de Gemeentewet met de reikwijdte van de inspraakverordening. Via deze inspraakverordening betrekken we inwoners ook bij de uitvoering en evaluatie van beleid en niet, zoals tot nu toe, alleen bij de voorbereiding daarvan. Hiermee wil de overheid de burgerparticipatie versterken.
Met dit voorstel is er ook een uitdaagrecht. Ook het uitdaagrecht, als specifieke vorm van participatie, is wettelijk verankerd. Met het uitdaagrecht kunnen inwoners de gemeente uitdagen om de uitvoering van een taak over te nemen, zoals het beheer of onderhoud van een park of buurthuis. In 2025 hebben we vastgelegd welke stappen we gaan nemen om deze wet goed te implementeren.
In 2026 en 2027 gaan we met een pilot inwonersinitiatieven en het uitdaagrecht uitproberen. Voor kleinschalige inwonersinitiatieven maken we een budget vrij om initiatieven financieel te ondersteunen. Dat budget bedraagt 25.000 euro. Ieder initiatief kan aanspraak maken op maximaal 5.000 euro. Grotere initiatieven vallen buiten deze pilot en gaan via het college of de raad. Met het uitdaagrecht treden we gedurende de pilot nog niet actief naar buiten; wel hebben we de randvoorwaarden voor een uitdaging opgeschreven in het beleid. Zo kunnen we met een beperkt aantal uitdagingen beginnen gedurende de pilotfase. Na de pilot evalueren we hoeveel uitdagingen en inwonersinitiatieven er daadwerkelijk zijn binnengekomen en hoe we daar in de toekomst mee omgaan.
1.2 De gemeente is toekomstbestendig, zelfstandig en daadkrachtig
1.2 De gemeente is toekomstbestendig, zelfstandig en daadkrachtig |
---|
Wat willen we bereiken? | Wat gaan we daarvoor doen? | Wanneer speelt het? |
---|---|---|
1.2.1 | 1.2.1.1 | continu |
1.2.1.2 | continu | |
1.2.1.3 | continu | |
1.2.2 | 1.2.2.1 | continu |
1.2.2.2 | continu | |
1.2.3 | 1.2.3.1 | continu |
1.2.3.2 | continu | |
1.2.4 | 1.2.4.2 | afgerond |
Activiteiten 2026
Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2026.
1.2.1 Een goede samenwerking met buurgemeenten, de regio en verbonden partijen
1.2.1.1 We blijven actief bij het ontwikkelen en benutten van kansen in de regio.
Dit doen we onder andere door uitvoering te geven aan de RegioDeal FruitDelta Rivierenland. Er is een uitgebreid programma ontwikkeld, samen met andere gemeenten, om samen te werken op het gebied van toekomstbestendig wonen, ondernemen en leven. Vanaf 2026 gebeurt de uitvoering van projecten onder dit programma en met behulp van financiering vanuit het Rijk. Anders dan bij de RegioDeal 3e tranche, gaat het nu met name om projecten die regionaal in plaats van gemeentelijk zijn georganiseerd. Deze aanpak zal uiteraard in alle gemeenten baten opleveren. Op het thema 'Toekomstbestendig leven' onderzoeken we de mogelijkheid om gebruik te maken van het nog op te richten Vitaliteitsfonds, waarmee we projecten rondom leefbare kernen stimuleren.
1.2.1.2 Waar nodig overleggen we met buurgemeenten en regionale organisaties om beleidsmaatregelen onderling af te stemmen, gezamenlijke standpunten in te kunnen nemen en/of belangenbehartiging van de regio mogelijk te maken.
Neder-Betuwe heeft, zoals elke gemeente, te maken met grote en complexe maatschappelijke opgaven, zoals het realiseren van de woningbouwopgave, het opvangen van vluchtelingen, het behouden van de leefbaarheid van de verschillende kernen, klimaatadaptatie, netcongestie en energietransitie. Deze opgaven komen steeds meer samen. Dit vraagt om afstemming op regionaal niveau.
Zonder regionale samenwerking kan Neder-Betuwe veel van deze opgaven niet afzonderlijk realiseren. Met name op dossiers als ruimte is er steeds meer samenwerking in de regio. Op het gebied van ruimte was er sinds 2021 al een portefeuillehoudersoverleg (PFO) vanuit Regio Rivierenland. Dit was een pilot die incidenteel werd bekostigd. Vanaf 2026 is dit als vaste taak toegevoegd aan het takenpakket van Regio Rivierenland en gaan we dit structureel financieren.
1.2.1.3 We laten taken uitvoeren door gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsverbanden wanneer dit de dienstverlening ten goede komt, de kwetsbaarheid vermindert en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering vergroot.
Slim samenwerken vergt duidelijke kaders en strategische keuzes over wannéér samen te werken, met wie en met welk doel. Daarom ontwikkelen we een samenwerkingsstrategie. Denk hierbij aan een afwegingskader voor wanneer met wie samen te werken. Een selectie van de belangrijkste doelen uit de Toekomstvisie waarvoor samenwerking cruciaal is. En belangrijk: interne afspraken over wie wanneer wat communiceert naar samenwerkingspartners zodat we efficiënt en effectief zijn in onze (regionale) samenwerking. Neder-Betuwe is een zeer politiek-stabiele gemeente, met ervaren portefeuillehouders. Zo kan Neder-Betuwe een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale samenwerking in Rivierenland.
De gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsverbanden, zoals Avri, GGD en Regio Rivierenland, zijn elk meer gedetailleerd beschreven in de respectievelijke begrotingsprogramma's en in paragraaf 5 Verbonden Partijen.
1.2.2 Een verantwoorde in- en uitvoering van beleid, wetgeving en regelingen
1.2.2.1 We bekijken op vaste tijden of de bestaande procedures nog bijdragen aan een goede, rechtvaardige, efficiënte en rechtmatige uitvoering.
In 2025 hebben wij de uitkomsten van het onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de ambtelijke organisatie ontvangen. In 2026 gaan we verder met de implementatie van besluiten die naar aanleiding daarvan zijn genomen. Hierdoor gaan we als gemeente meer integraal samenwerken aan de maatschappelijke opgaven. Daardoor zijn we in staat beleid beter op elkaar te laten aansluiten en in te voeren.
In het kader van de verbijzonderde interne controles voeren we regelmatig onderzoeken uit naar de rechtmatigheid van onze uitvoering.
1.2.2.2 Nieuwe wet- en regelgeving voeren we in op een manier die past bij de schaal en de samenleving van Neder-Betuwe.
In 2026 gaan we verder met het vergroten van onze bestuurskracht. Hiervoor implementeren we enerzijds de aanbevelingen vanuit het onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de ambtelijke organisatie en anderzijds gaan we aan de slag met de uitvoering van de Toekomstvisie Neder-Betuwe 2050. Dit stelt ons uiteindelijk in staat om wet- en regelgeving passend bij Neder-Betuwe uit te voeren. Dit pakken we gestructureerd aan met een uitvoeringsagenda.
1.2.3 Onze verantwoordelijkheid nemen in crisissituaties
1.2.3.1 Als het Rijk een beroep op ons doet in tijden van crises (stikstof-, energie-, vluchtelingen- of andere crisis), dan zijn we bereid onze bijdrage te leveren.
De Spreidingswet verplicht gemeenten om opvangplekken voor asielzoekers beschikbaar te stellen. We zetten ons in om onze wettelijke bijdrage te leveren (zie verder 5.1.4). Bij de stikfstofcrisis moeten er vooral maatregelen van het Rijk komen. Veel is nog onduidelijk en daarom kunnen we op dit moment niet aangeven wat de gevolgen zijn voor ontwikkelingen in de gemeente. We blijven de ontwikkelingen volgen.
1.2.3.2 De gemeente ondersteunt mensen in nood en stimuleert en faciliteert waar nodig particuliere initiatieven om vluchtelingen op te vangen.
In onze gemeentelijke opvanglocaties in IJzendoorn, Kesteren en Echteld vangen wij Oekraïense ontheemden op. Ook zijn er nog steeds particulieren die onderdak bieden aan Oekraïense ontheemden. Omdat de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (waar Oekraïense ontheemden onder vallen) verlengd is tot en met 4 maart 2027, continueren we deze vormen van opvang in 2026.
1.2.4 Een effectieve ondersteuning van de gemeenteraad
1.2.4.2 We onderzoeken wat er nodig is om de raadzaal een toekomstbestendige vergaderplek van de raad te laten zijn, met een uitstraling die bij onze raad en gemeente past.
We verkennen de mogelijkheden voor een toekomstbestendige inrichting van de raadzaal. In 2024 zijn de technische voorzieningen op het vereiste niveau gebracht. In 2025 zijn er nog enkele aanvullende maatregelen, met name op het gebied van meubilair, gerealiseerd om de uitbreiding van de raadzaal gestalte te geven. Hiermee is deze doelstelling afgerond.
Ontwikkelingen voor 2026
Op het gebied van samenwerking in de regio zijn er een aantal ontwikkelingen. In 2025 zijn voorbereidingen getroffen om het beheer van de openbare ruimte terug te halen van Avri; vanaf 2026 gebeurt dit in eigen beheer. Anderzijds zijn in 2025 voorbereidingen getroffen om de uitvoering van de Participatiewet vanaf 2026 bij de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland te beleggen en gaan we Schuldhulpverlening vanaf 2026 in eigen beheer uitvoeren in plaats van dit door de gemeente Buren te laten doen.
Regionale samenwerking op inkoop verder inregelen
Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland heeft op 11 december 2024 besloten om het Inkoopbureau bij Regio Rivierenland per 1 mei 2025 geleidelijk af te bouwen. De kring van gemeentesecretarissen gaf vervolgens opdracht een werkgroep te vormen en samen te verkennen of het mogelijk is inkoopondersteuning te organiseren voor de acht gemeenten van Rivierenland en een aantal verbonden partijen. Dit heeft geleid tot het besluit om in 2025 een gezamenlijke aanbesteding te organiseren voor een flexibele schil van inkoopadviseurs. In 2026 krijgt de regionale samenwerking op de Inkoopfunctie verder vorm; regionale aanbesteding is dan ook noodzakelijk.